Zoals de naam al doet vermoeden komen deze grondstoffen uit de natuur. Deze kunnen we oogsten. De bekendste natuurlijke vezels zijn katoen en linnen.
Katoen is een natuurlijke vezel die groeit uit de zaden van de katoenplant. Katoen is de meest gebruikte plantaardige vezel in de textielproductie. Kenmerken katoen: Zacht- comfortabel- sterk- slijtvast- hoog absorberend vermogen- gemakkelijk in onderhoud.
Linnen is een plantaardige vezel die zich bevindt in de kern van de stengel van de vlasplant. Kenmerken linnen: sterk- droogt snel- weinig elasticiteit- duidelijke structuur- vocht absorberend.
DIERLIJKE VEZELS
Naast natuurlijke vezels kennen we ook dierlijke vezels. Hierbij is de grondstof afkomstig van een dier. De wol van schapen, geiten, konijnen en kamelen vallen hieronder. Maar vergeet de zijde niet, die afkomstig is van de zijderups.
Wol is een dierlijke vezel die bestaat uit de zachte dunne haren van schapen en andere diersoorten. Kenmerken wol: warmte isolerend- elastisch- ventilerend- kreukt niet.
Zijde is een dierlijke vezels waarbij de zijderups een cocon spint van een enkele draad. De draad is zeer stevig en wordt gebruikt voor de productie van zijde. Kenmerken Zijde: sterk- licht in gewicht-koel in de zomer-kreukgevoelig- water absorberend.
Commentaires